donderdag 26 juli 2012

De zon in ons

Rotterdam is in zomermodus. Spijkerbroeken en het-is-al-lente-maar-toch-nog-Ugg’s hebben plaatsgemaakt voor hotpants, 3-kwartbroeken en Birckenstocks. Verstoken van voedsel en water tot zonsondergang zit ik aan de waterkant op zuid. Vergezeld door een koel minimaal briesje geniet ik hier een tijdje van de rust.

Normaal zijn mijn gehoorgangen onbegaanbaar voor geluid door het rubber van mijn Sennheiser headphones. Maar voor één maand laat ik mijn Spotify-app met rust en luister ik naar wat er om mij heen gebeurd. Schuin achter mij zijn een vader en zijn zoon aan het voetballen. Het jochie is niet ouder dan een jaar of 7. Een klein blij jongetje op grijze All Stars, maatje 34. Schat ik zo.

Als het ventje moe is gaan hij en zijn vader een bankje verderop zitten. Zijn vader tovert een pakje Wicky Framboos uit zijn rugtas. Mijn lievelings. Ook het zijne gok ik. Lettende op het enthousiasme waarmee hij het pakje in één lange ononderbroken slok leegdrinkt. Alsof het ’t enige Wicky Framboos pakje op de wereld is en de rest van de wereld op zoek is naar dit ene pakje. Maar ik niet. Ik vast, dus ik pas.

Zijn vader vraagt hem bijna retorisch of hij later ook gaat vasten. “Tuurlijk”, antwoordt de knul volmondig terwijl hij wat steentjes richting het water trapt. Pap lijkt erop uit te zijn om de kleine wat te leren en vraagt door. “Waarom?”. Met de behendigheid van een geoefend tennisser beantwoord hij de vraag met een vraag. “Iedereen doet het toch?”. “Weet je waarom wij vasten?”, vraagt de vader. De jongen blijft stil en gaat voor z’n vader staan.

Iets in mij zegt dat dit jongetje al lang weet waarom zijn vader en moeder vasten. Hij hoort het verhaal van zijn vader aan. En dan volgen er woorden. Woorden die ervoor zorgen dat de haren op m’n arm vergeten dat er zoiets als zwaartekracht bestaat. “Maar ik denk toch ook aan de armen?”, zegt het jongetje op meelijwekkende manier. De jongen wil morgen ook meedoen. “Een halve dag”, stelt z’n vader voor. De knul kijkt blij op en rent vol enthousiasme terug naar de steentjes.

Niet om stoer te doen. Niet om zichzelf te bewijzen. Niet voor papa. Niet voor vriendjes. Niet voor mama. Dit jongetje wil een gebaar maken omdat hij zich bewust is van wat anderen tekortkomen. Als het een jongetje van 7 lukt om bij de minderbedeelden stil te staan. Wie zijn wij, als (bijna) volwassenen dan om hen te vergeten. Bewustwording is de basis, de rest volgt vanzelf.

Zonkracht 10. Zo vanuit zijn hart.



Khalid Amakran

Geen opmerkingen:

Een reactie posten